Een vrouw die iets bekijkt bij windmolens en een ondergaande zon.

Het concretiseren van beleidsdoelen in een verder weg gelegen toekomst; is dat nuttig?

Frank den Butter en Cock Hazeu

In 2000 bracht de WRR het rapport uit ‘Doorgroei van arbeidsmarktparticipatie’, dat handelde over arbeidsmarktdynamiek en een verdere groei van de arbeidsparticipatie in de voorliggende decennia. Wij waren, als projectgroepvoorzitter en projectcoördinator, belangrijke auteurs van die studie. In dit artikel maken we een post mortem-analyse van het betreffende WRR-rapport. Met name bespreken we de nuttigheid van het stellen van concrete toekomstige beleidsdoelen in een dergelijke studie. Met een zogenoemd doorgroeiscenario over de periode 2000-2020 bezag de WRR-studie welke belemmeringen er zouden kunnen zijn wanneer deze ontwikkeling van de arbeidsparticipatie zich zou voordoen, en welke beleidsmaatregelen er aan zouden kunnen bijdragen om die belemmeringen weg te nemen. Aan twee belangrijke beleidsopgaven blijkt in 2020 te zijn voldaan, namelijk dat oudere mannen meer aan het werk blijven, en dat vrouwen meer zijn gaan en ook blijven participeren. De participatie van deze groepen komt momenteel zelfs nog hoger uit dan in het doorgroeiscenario al was voorzien. Terugkijken op deze studie leert dat het nut heeft om in een scenario mogelijke toekomstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te kwantificeren. Daarbij is indertijd een middenweg bewandeld tussen een doelstellende, normatieve benadering en een positieve benadering. Verder zien we twintig jaar later dat nu andere beleidsopgaven om aandacht vragen dan in 2000: in het huidig tijdsgewricht, dat een weg zoekt tussen flexibiliteit en werkzekerheid, gaat het minder om de kwantiteit, maar juist over de kwaliteit van de arbeidsparticipatie.