De verdeling van de belastingdruk op het bruto-inkomen van huishoudens is nauwelijks progressief. De tariefstructuur en de aftrekposten bij de inkomstenbelastingen, en de omvang van andere vormen van belastingheffing, zoals de btw, brengen per saldo slechts een geringe progressie met zich mee. Gemeten naar kwartielen van het bruto-inkomen van huishoudens, is de huidige belastingdrukverdeling vrijwel vlak. Het gemiddelde belastingdrukverschil tussen het laagste en hoogste inkomenskwartiel beloopt rond drie procentpunt. Het kabinet Rutte-II concludeert niettemin dat de lasten momenteel voldoende progressief zijn verdeeld indien we ook de pensioenpremies bij die lasten meenemen. Maar die stelling impliceert dat degenen die geen of onvoldoende pensioen (kunnen) opbouwen, daardoor een hogere draagkracht zouden hebben. Het kabinet gaat voorbij aan het bijzondere transitorisch karakter van pensioenpremies.