Nederland streeft naar een duurzame energievoorziening in 2050. Deze bijdrage gaat in op de belangrijkste onzekerheden die uit verschillende scenario s en modelstudies naar voren komen. Ook in 2040 gebruiken we nog veel fossiele energie. Het aandeel hernieuwbare energie is toegenomen, de ontwikkeling van aardgas is onzeker. De Europese energie- en koolstofintensiteit moet driemaal sneller omlaag dan tot nu toe het geval is. Tot 2030 zijn relatief goedkope opties nog grotendeels toereikend, daarna zijn duurdere nodig. Een robuuste Nederlandse aanpak volgt de Europese afspraken voor 2030, maar zet daarnaast sterk in op innovatie en met name demonstratieprojecten. Dat lukt alleen in een systeembenadering waarin wordt geredeneerd vanuit comparatieve voor- en nadelen. Omdat het beleid zelf een van de grootste onzekerheden is geworden, ligt een vorm van wetgeving over realisatie van langetermijndoelen voor de hand.