Er is in Nederland sprake van 25 jaar interactie tussen het energie- en het klimaatbeleid. Theoretisch zijn daar goede redenen voor. In lijn met zich ontwikkelende wetenschappelijke inzichten werden de doelen aangescherpt. Afwisselend liep Nederland voor op andere landen of volgden we die. Mede door niet altijd vruchtbare samenwerking tussen ministeries zijn er naast klimaatdoelen ook doelen voor energiebesparing en hernieuwbare energie geweest. Dat maakte de beleidsuitvoering duurder. De beleidsinzet werd geleidelijk nationaler gericht. Van de gestelde doelen is een kleine helft gehaald. Ten opzichte van vergelijkbare landen is Nederland vanaf 2005 achter gaan lopen, wat de laatste jaren wellicht tot stilstand gekomen. Door de totstandkoming van een Klimaatwet is de langetermijnoriëntatie versterkt. Het komt nu aan op uitvoering van de gemaakte afspraken om de doelen voor 2030 in het vizier te krijgen. Daardoor zullen ook de kosten toenemen. Internationale afspraken en een steviger wisselwerking met het innovatiebeleid kunnen de kosteneffectiviteit vergroten.