Binnen de economie wordt de laatste jaren opvallend veel aandacht besteed aan het onderwerp geluk. Achtergrond hiervan is de bevinding dat, voorbij een zeker minimumniveau, meer inkomen nog maar nauwelijks bijdraagt aan het geluk of het subjectieve welzijn van de mens. In dit artikel worden allereerst enige belangrijke resultaten van het geluksonderzoek gepresenteerd en geanalyseerd. Die analyse dient als opstap naar de vraag wat die resultaten mogelijk impliceren voor het economische beleid. In de beantwoording is het belangrijk zicht te hebben op de relatie brede welvaart en geluk. Op de vraag of, gezien de resultaten van het geluksonderzoek, de beleidsprioriteiten verkeerd liggen is geen objectief antwoord mogelijk. Wel kunnen de relevante argumenten voor een positiebepaling worden verduidelijkt. Geconcludeerd wordt dat in plaats van het paraplubegrip geluk, de beleidsaandacht beter naar de achterliggende determinanten van geluk uit kan gaan. Overigens zullen de uitruil- discussies die dan opdoemen niet veel anders zijn dan de huidige.