Dit artikel brengt de herverdeling in kaart die het stelsel van AOW en aanvullende pensioenen met zich meebrengt. Het gaat daarbij om de herverdeling tussen hoog- en laagopgeleiden, en tussen mannen en vrouwen. Voor deze groepen wordt berekend hoe groot het netto profijt van de regelingen over de levensloop is door het saldo te bepalen van ontvangen uitkeringen en betaalde bijdragen. De uitkomsten laten zien dat de regelingen gezamenlijk een sterk nivellerende uitwerking hebben: er is sprake van een forse overdracht van hoog- naar laagopgeleiden en van mannen naar vrouwen. Oorzaak hiervan is vooral dat bij de AOW de bijdragen inkomensafhankelijk zijn, terwijl de uitkeringen dit niet zijn. Een verhoging van de pensioenleeftijd maakt het nivellerende effect van de regelingen kleiner.