De Nederlandse grootbanken hebben de afgelopen jaren een ongekende groei doorgemaakt. Deze stond grotendeels los van de reële economische ontwikkeling. Daardoor is de schuldpositie van Nederland niet meer in balans met de productiemogelijkheden van de economie. Dit maakt Nederland kwetsbaar, zoals blijkt uit de verlaagde kredietbeoordeling van haar banken en de negatieve verwachting voor de staat. De grote en sterk geconcentreerde bankensector hindert bovendien innovatieve en kennisintensieve bedrijven. De overheidsgarantie voor systeembanken versterkt deze ongunstige situatie. De vraag is of Nederland alle hoop kan richten op de komst van een bankenunie of dat het zelf nu actief een grotere financiële diversiteit moet bevorderen.